Het Jaar van de Menselijke Maat
Gepubliceerd door Jaap Peters op 05 januari 2021
Het begon als een gewoon-jaar. Vanaf 12 maart werd het een wij-jaar – vol solidariteit; we letten zelfs een beetje op elkaar. Maar toen kwam de tweede lockdown; het licht aan het einde van de tunnel bleek een tegenligger – 2020 eindigde toch nog als ik-jaar, maar nu in oorlogstijd. Die weg was ons echt te lang. Dat virus moet wel reëel blijven. We werden weer meer elkaars vijand in plaats van dat we samen tegen het virus zouden strijden, schreef Jan Mulder. Typisch mensen, die hebben te veel hersens, spreeuwen zouden als ze tegen sterke wind in vliegen gewoon blijven samenwerken. Wielrenners en Elfstedentochtrijders doen dat ook, totdat ze vlak bij de finish zijn! Die finish blijkt een vaccin. Kunnen we daar weer ruzie over maken.
De menselijke maat moet toch gaan tussen twee mensen?
Voor mij was het – naast de anderhalve meter samenleving – toch ook ‘het jaar van de menselijke maat’. Of moet daar misschien staan: onmenselijke maat? Je kan het rapport over de Toeslagenaffaire van de commissie-Van Dam niet anders dan met schaamte tot je nemen. Alles waar een rechtstaat recht voor staat ging krom. Rutte zei: ‘de rechtsstaat beschermt het individu tegen anderen en tegen de overheid’. Het is net als bij veel organisaties, de klant staat centraal, maar de vraag is wie is er dan precies met die klant bezig? Wie heeft dat luisterende oor? Wie beantwoordt een vraag en wie gaat er eens naar toe om zo’n klant aan te horen? Wie? En dan bedoel ik niet: de Belastingdienst, de Wetgever én de Rechtspraak. Ik bedoel wie…. gewoon een ander mens! De menselijke maat moet toch gaan tussen twee mensen? Niet tussen een burger en een belastend algoritme? Het zien van ‘de ander’, alleen dat maakt volgens de filosoof Levinas verandering mogelijk! In een goed functionerende rechtsstaat weet de burger zich gehoord, beschermd en handelt de overheid zo dat een burger haar beslissingen als rechtvaardig kan ervaren.