Van Röpke tot Klomp: de Rijnlandse draad in de Betekeniseconomie

Gepubliceerd door Jaap Peters op 20 april 2025

In de Volkskrant van afgelopen vrijdag 18 april pleit Kees Klomp voor een nieuw type economie: het ecoliberalisme. Geen ideologie van groei, winst en aandeelhouderswaarde, maar een mens- en natuurgerichte manier van economisch organiseren. Wie bekend is met het Rijnlandse gedachtegoed zal veel herkennen in zijn betoog. En wie iets verder terugkijkt in de tijd, ontdekt dat Klomp in feite een eigentijdse schakel is in een langere Rijnlandse traditie — een draad die begint bij Wilhelm Röpke, loopt via Michel Albert en nu uitkomt bij de betekeniseconomie van vandaag.

-

Wilhelm Röpke (1937): de humane economie

Welke economie past bij een menswaardig bestaan?

Wilhem Röpke

Wilhelm Röpke verzette zich in de jaren dertig van de vorige eeuw al tegen het ongeremde kapitalisme én tegen het centralistische socialisme. In plaats daarvan pleitte hij voor een humane economie: kleinschalig, moreel ingebed en geworteld in lokale gemeenschappen. Hij geloofde dat de markt slechts kon functioneren binnen een ethisch en sociaal raamwerk. Hij noemde dat de 3e weg tussen het laissez-fair-kapitalisme (neoliberalisme) en de zogenaamde de geleide economie (communisme, inmiddels staatskapitalisme). Hij zag beiden als extremen. Economie als sociale ordening — dat is Rijnlands denken in de kiem.

-

Michel Albert (1991): Het Rijnlandse Model

In 1991 gaf de Franse econoom Michel Albert een naam aan wat velen toen intuïtief al aanvoelden: er zijn twee vormen van kapitalisme in de wereld. Staatskapitalisme kende men toen nog niet als begrip. In zijn boek Capitalisme contre Capitalisme stelde hij het Angelsaksische model — met zijn focus op aandeelhouderswaarde, competitie en kortetermijndenken — tegenover het Rijnlandse Model, dat juist draait om samenwerking, lange termijn, vakmanschap en sociale cohesie.

Het is de hoogste tijd ons kapitalistische systeem eens goed te evalueren.

Michel Albert

Albert gaf hiermee taal en gezicht aan wat Röpke in de praktijk al had geschetst: een economie waarin mensen en maatschappelijke waarde centraal staan en die bij de heropbouw van Duitsland na de WOII (das Wirtschaftswunder) haar waarde en bestaansrecht had bewezen. Hij positioneerde het Rijnlandse Model bewust als Europees alternatief voor de Amerikaanse dominantie. Hij sprak aanvankelijk over Rijnlands Kapitalisme, verderop in het boek had Albert het over 'Het Rijnland Model'. Het gebeurde immers vooral in het stroomgebied van de Rijn.

-

Kees Klomp (2025): ecoliberalisme als voortzetting

Kees Klomp stelt dat we een economie nodig hebben die niet langer ecologische grenzen overschrijdt, maar deze juist als vertrekpunt neemt. Zijn ecoliberalisme is een antwoord op het neoliberale marktdenken, maar zonder terug te vallen op bureaucratisch overheidsingrijpen. De kern is een economie van betekenis, waarin ecologie, welzijn en zingeving leidend zijn.

Ik hoop op een wereld waarin 'de economie kleinschalig en er weer voor mensen is'

Kees Klomp

Zijn kernwoorden: menselijke maat, ecologische balans en systeemverantwoordelijkheid. De mens blijft hardnekkig weigeren zijn 'precaire positie op deze planeet' onder ogen te zien. we moeten toe naar een nieuw geloofssysteem waarin het om gemeenschapszin draait.

-

Eén draad, drie denkers

Wat Klomp vandaag “ecoliberalisme” noemt, noemde Röpke in 1937 al een “menswaardige economie”. En wat Michel Albert daartussen deed, was deze waarden expliciet positioneren als een herkenbaar model: Het Rijnlandse Model. Zo loopt er geen losse lijn, maar een doorlopende draad:

Van Röpke: de morele markteconomie,

Via Albert: Het Rijnlandse Model als Europees alternatief.

Naar Klomp: de Betekeniseconomie en Ecoliberale doorontwikkeling.

-

Tot slot

Wie zich vandaag de dag Rijnlands noemt, staat niet stil. Het Rijnlandse model is geen vaststaande structuur, maar een levende traditie, metname in West-Europa (met 'dank' aan Trump), die zich aanpast aan nieuwe opgaven. Van menselijke waardigheid tot ecologische verantwoordelijkheid — die draad loopt door. En als we goed kijken, dan zien we dat Klomp niet zozeer iets nieuws bedenkt, maar eerdere constateringen eigentijds maakt. We zijn dus al bijna 90 jaar bezig. In de geest van Röpke stellen we: ''De economie behoort dienstbaar te zijn aan mens en aarde – niet dat mens en aarde dienstbaar zijn aan de economie''. En met meer dan 8 miljard mensen wordt het meer dan tijd dat we dit met elkaar doorgronden. Laten we simpel beginnen en de werkende mens niet langer een 'Human Resource' te noemen ondergeschikt aan de economie.