Hoe ga je met je team ontwikkelen op z'n Rijnlands?

Gepubliceerd door Martine Maes op 05 maart 2020

Waarom een trektocht?


In je organisatie komen steeds maar weer dezelfde venijnige vraagstukken terug. Omdat ze te groot zijn, te complex, te vaag of omdat je steeds tegen een grens aanloopt. Een standaardtraining of weer een werkgroep inrichten helpt niet. En past ook niet bij het Rijnlandse gedachtegoed. Herken je dit? Leren en ontwikkelen op zijn Rijnlands kan ook in een trektocht: leren en doen tegelijkertijd is het antwoord! Ga je mee op avontuur? 

De bestuurder van Zorgcentra de Betuwe, Ruth Maas, is in 2019 Rijnlander van het Jaar geworden, samen met al haar collega’s. Niet zo lang geleden stonden ze als zorgverleners voor langdurige zorg nog onder verscherpt toezicht van de inspectie, nu werken ze met succes volgens het Rijnlandse gedachtegoed met vakmensen aan het roer.
Zij zochten een nieuwe manier van blijvend ontwikkelen in de organisatie, een combinatie van doen én leren. Die vonden ze in de Rijnlandse trektocht. Een gemixte groep uit de organisatie, van zorgmedewerker tot manager, is gestart met een trektocht rondom het urgente maar complexe vraagstuk behoud van personeel.


Leren door te doen

Interventures zijn trektochten waarin innnovatie, interventie en avontuur bij elkaar komen. In deze praktische leertrajecten leer en doe je tegelijkertijd. Een gemixte groep mensen onderzoekt en experimenteert in de organisatie rondom een onderwerp waar je steeds maar niet uit komt. Samen met een gids creëert de groep een tussenruimte om te leren wat werkt.

Een echte trektocht is vaak niet de ontdekking van nieuwe gebieden maar het beschouwen van bekende gebieden met andere ogen!

Voor een trektocht heb je de juiste mensen nodig. Vakmensen die zich verantwoordelijk voelen om met het vraagstuk aan de slag te gaan. Ze komen vanuit verschillende achtergronden in de organisatie, van de frontlinie tot ondersteunende diensten. Ze zijn persoonlijk betrokken bij het vraagstuk en kiezen zelf om mee te doen.

De deelnemers onderzoeken, houden elkaar scherp, bevragen elkaar kritisch en staan open voor onbekende ideeën. Ze zoeken naar verschillende invalshoeken, gaan aan de slag, proberen dingen uit zonder vooraf te oordelen, denken groot en doen klein. Ze zijn af en toe professioneel ondeugend en durven het aan om buiten de gebaande paden te treden.

Een gids begeleidt en volgt de groep tijdens deze tocht. De gids schept ruimte om te onderzoeken en creëert een open sfeer waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt voor het vraagstuk. De gids observeert en benoemt wat opvalt, zodat de groep verder kan onderzoeken. Afwisselend spoort de gids aan tot versnellen in actie en vertragen in reflectie.


Hoe werkt een interventure?

Stap 1: Instappen vanuit eigen verantwoordelijkheid en motivatie

De eerste stap is het bij elkaar brengen van mensen die direct te maken hebben met het vraagstuk:

  • Medewerkers (uit de voorste linie) waarvoor het vraagstuk van invloed is op hun werk;
  • Ondersteunende medewerkers die betrokken zijn bij het vraagstuk;
  • Klanten of degenen voor wie je je werk uitvoert.

Mensen worden uitgenodigd om zichzelf aan te melden voor een interventure. Samen met de gids maken ze werkafspraken over het doel (persoonlijk en voor de organisatie), de looptijd en op welke momenten en hoe samen gewerkt wordt aan de interventure. Een trektocht duurt gemiddeld tussen de 5 en 7 maanden.

 

Stap 2: Onderzoek naar de kern van het vraagstuk

De gemixte groep onderzoekt het vraagstuk, bekijkt het vraagstuk vanuit verschillende perspectieven, bevraagt collega’s of externen wat zij vinden. Ze gaan op pad naar andere (vergelijkbare of juist heel verschillende) organisaties om te zien hoe die met het vraagstuk omgaan. Op basis van deze rijke informatie bekijkt de groep het vraagstuk opnieuw en benoemt wat voor hen de kern is.

Een voorbeeld

Het vraagstuk is duurzame inzetbaarheid. Na het onderzoeken en klein maken van het vraagstuk ontdekt de interventuregroep dat het vraagstuk in de praktijk gaat over wat een cliënt in een zorginstelling eigenlijk blij maakt en wat zorgmedewerkers nodig hebben om deze zorg te kunnen bieden. Voor medewerkers is het belangrijk om te doen waar ze in geloven. Dát is de kern van hun werkplezier en inzetbaarheid op de lange termijn.

 Stap 3: Experiment in tussenruimte

Als de kern van het vraagstuk helder(der) is, ontwikkelt de interventuregroep een interventie.
Dit kan een kleiner of groter experiment zijn dat de groep zelf – onder de radar - uitvoert. Tijdens het experiment mogen de deelnemers af en toe ook niet weten hoe het verder moet. Van daaruit ontstaan vaak nieuwe inzichten.

Een experiment kenmerkt zich door deze fases: uitproberen eerste stap -- kijken wat werkt -- aanpassen aan omstandigheden -- volgende stap 1.

 


Reflecteren

Tijdens en na afloop van de interventie reflecteert de groep onder leiding van de gids op wat werkt of wat (nog) niet werkt. Welk ander gedrag vraagt het experiment? Van wie? Wat vraagt het om ander gedrag te vertonen? De groep legt het hele proces en het (tussen)resultaat vast. We vieren het succes en leren van wat niet werkte.

 

Stap 4: Delen en presenteren

Elke interventuregroep krijgt een podium voor een breed publiek. Verzamel geïnteresseerden van binnen en buiten je organisatie. De groep deelt wat ze geleerd hebben. Let op: er is geen goed of fout in een trektocht als deze! De groep presenteert de trektocht, het afgelegde pad en het uitzicht aan het einde van de tocht.